Stichting Fietsen Alle Jaren Gouda

nr. 6: Eerst de Elfhoeven plas zien en dan ……

Eerst de Elfhoeven plas zien en dan ……                 2024

Het is lekker fris weer en meneer zit al op ons te wachten in de koffieruimte van het verpleeghuis. De lange magere man is al vaker mee geweest en is een van de weinige mensen die enorm geniet van zijn verhuizing naar dit tehuis. Hier heeft hij eindelijk aanspraak en lachen de mensen om zijn grapjes. Thuis was hij maar alleen en was het stil, heel stil. Met elke activiteit en uitje is hij dan ook van de partij.

‘Bent u er klaar voor?’ vraag ik, terwijl ik bedenkelijk naar zijn dunne jas kijk.

‘Is dat warm genoeg?’ ‘Jazeker, jazeker,’ roept hij vrolijk. ‘Deze jas heb ik van mijn goede vriend en vroegere buurman gekregen en is werkelijk ge-wel-dig. Zo’n kwaliteit zie je nergens meer.’ ‘Ehm, heeft u misschien nog een andere jas,’ durf ik te vragen als ik de hoofdschuddende zuster achter hem zie staan. De jas is smoezelig, de rits kan niet dicht, sluit met 4 knopen in plaats van met 6 stuks en meneer houdt de bovenkant met zijn handen dicht om zijn dunne nek bedekt te houden. ‘Kan prima,’ roept hij opgewekt.  Het was een dure, had zijn buurman gezegd en hij draagt hem nu al jaren. Dat zal best maar na 30 jaar is ie nu wel op, denk ik bij mezelf. Iets nieuws kopen voor hemzelf is blijkbaar een lastige stap. Met soepele tred springt deze tachtigjarige in de riksja.

‘Let’s go!’, jubelt hij blij.

We zijn de hoek nog niet om of de pet van meneer waait van zijn kale hoofd …..

tijd voor de Boliviaanse muts en meteen die dikke sjaal maar om. Lang leve het noodtasje dat ik altijd meeneem. Dik ingepakt rijden we verder, hij wil graag naar Reeuwijk, naar de Elfhoevenplas. Dagelijks loopt deze meneer met zijn rollator twee keer een uur om fit te blijven, maar de Elfhoevenplas heeft hij nog niet kunnen halen (hij wist de weg ook niet echt, bekende hij).

Al rap zien we de Elfhoeven plas glinsteren en dan begint meneer te jubelen. ‘Dat ik dit nou nog mee mag maken, ik zie hier zomaar de Elf-hoe-ven plas! Ik zeg maar zo, eerst de Elfhoevenplas zien en dan sterven!’  Waarna hij bulderend in de lach schiet om zijn eigen grap.

Verderop bleek de route door het plassengebied afgesloten maar wij gingen er toch langs, als ware ramptoeristen, om te zien waar de vrachtwagen uit Litouwen zich klem

gereden had (errug). Maar meneer vond het fantastisch en ook de vuilnismannen die voor ons stonden, stonden te gniffelen over die buitenlandse chauffeurs die de navigatie klakkeloos volgden …..

Kijk, met zo’n man te mogen fietsen is toch een feestje voor iedereen?!

Jolanda Kwakernaak