Stichting Fietsen Alle Jaren Gouda

Nr. 5: Boliviaanse muts

Boliviaanse muts

Het is winter en koud. Toch hebben de welzijnsmedewerkers van het verpleeghuis mensen gevonden om met een riksjatochtje mee te gaan. ‘Moet ik nog wat bijzonders van meneer weten?’ vraag ik, omdat ik het fijn vind om een beetje voorbereid te zij op mogelijke calamiteiten. Denk aan medische, mentale of fysieke problemen. ‘Nee hoor, deze meneer is nog maar pas bij ons, is wel vergeetachtig en heeft een zeer sterke mening over alles, antwoord ze. ‘Hij is nogal negatief,’ fluistert ze er zachtjes achteraan ……

Meneer loopt een beetje gebogen achter de rollator.  ‘Welke kant moeten we op? En ik begrijp dat we gaan fietsen? Ik heb geen idee of me dat nog gaat lukken’ zegt hij met een lichtelijk geaffecteerde stem. Ik stel hem gerust dat hij niets hoeft te doen, hij mag simpel genieten terwijl hij gefietst wordt.

‘En waar dient u dan voor?’ vraagt hij, mij vorsend aankijkend. Haha, dat vraag ik me ook regelmatig af denk ik. ‘Ik zit naast u en zorg ervoor dat u het niet te koud heeft’, roep ik luchtig.  Dat lijkt meneer nergens voor nodig.  Zo koud zal het toch niet zijn? Het is behaaglijk warm in het verpleeghuis en meneer zit met een hooggesloten jas al even op ons te wachten.

We leiden meneer richting de riksja. ‘Wel, wel, wel, ga ik hierin?’, vraagt hij verbaasd. De meeste mensen hebben geen idee wat een riksja is en hoe het werkt. Redelijk soepel gaat hij op het bankje zitten en als ik met de veiligheidsriem aan kom zetten moet hij commentaar geven. ‘Wat een onzin dat ik vastgezet moet worden voor een fietsritje, ik val er heus niet uit hoor!’

‘Ach ja, protocollen hè?’, mompel ik en nadat ik mezelf heb ingesnoerd en mijn fietsmaatje ons (ik ben een kou-kleum) goed heeft ingestopt met de dekens, vertrekken we.

‘Potdomme’, roept mijn keurige meneer in een iets pittiger verwoording na 10 meter, ‘mijn oren vriezen er af!’ We stoppen nog voor we het terrein af zijn en met een triomfantelijke blik trek ik de Boliviaanse muts, die al op diverse senioren-hoofden heeft gezeten, uit mijn tas.  Tadááá, hier komt de reddende warmte engel!

Met een grijns trek ik de muts met oor-flappen over zijn kalende schedel, waarna we een zeer genoeglijk fietsritje hebben, al pratend over protocollen waar meneer alles van weet door zijn vroegere werkervaring, vertel hem wat!

Jolanda Kwakernaak