“Sinds verleden jaar oktober fiets ik regelmatig met cliënten van een zorgcentrum in Gouda, en ik heb al heel bijzondere dingen meegemaakt. We krijgen in de riksja vooral mensenmet Alzheimer of een andere vorm van dementie, ik vind het heel indrukwekkend, en soms aangrijpend, om te fietsen met mensen uit deze doelgroep. Zo fiets ik regelmatig met mw. A., een hele vrolijke mevrouw die altijd een beetje flirterig aankomt van ‘zo, nounou, wat een leuke jongen, mag ik met hem mee met de bakfiets?’. Met haar begeleider zijn we bijvoorbeeld naar haar oude woonhuis geweest in Korte Akkeren, en dan komen er bij haar mooie herinneringen op en zie je haar stralen. Herinneringen aan haar huis, school, haar tante, spelen op straat. Heel mooi hoe ze, zo vergeetachtig als ze is, die dierbare dingen kan opdiepen uit haar verleden.
Maar ik heb ook gefietst met dhr. G., die heel boos en verdrietig was omdat hij dacht (vergeten was) dat zijn familie regelmatig langskomt, hij voelde zich in de steek gelaten. Zijn begeleidster zei ‘meneer G, we gaan er even uit, een frisse neus halen’. In de riksja pakt hij haar hand en legt die op zijn been, zo hebben ze de hele rit hand in hand gezeten, heel liefdevol. Ik zei tegen meneer G.: ‘u boft maar met zo’n begeleidster’ en hij zei ‘nou en of’. Heel ontroerend en mooi vond ik dat.
Maar er was ook een rit met dhr. P. langs de sigarenwinkel van van Vreumingen, die hij herkende omdat hij er vroeger altijd shag haalde. Hij stapte uit de riksja en ging de winkel binnen, Loet van Vreumingen herkende hem, ze maken een praatje. Hij wilde een aansteker kopen maar dat kon niet en toen wilde meneer P. niet meer in de riksja! Dat was wel even spannend. We moesten praten als Brugman, en toen is hij weer ingestapt. Dan realiseer je je ook dat je met een heel kwetsbare doelgroep rijdt, en dat er ook dingen mis kunnen gaan. En zo maak je iedere rit weer nieuwe – mooie, maar soms ook verdrietige – dingen mee, daarom vind ik dit werk voor Fietsen Alle Jaren zo mooi.”